Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En [22]de bastaard zal te Asdod [23]wonen, en Ik zal [24]den hoogmoed der Filistijnen uitroeien. 22. Dat is, een vreemde uitlandse koning, met allerlei vreemd ongebonden en ongeacht volk, die zullen de huizen, hoven en akkers bezitten. 23. Te weten, als heer en meester van die stad. 24. Hovaardij, pracht, heerlijkheid; dat is, hetgeen waar zij zich op verhovaardigen. Verg. Lev.26:19.